Historie Citosa
Nieuwtjes uit 1960
Uit: Citosa nieuws, februari 1960
DE EERSTE PAAL
Het slaan van de
eerste paal voor onze nieuwbouw op 15 december j.l. werd gevolgd door een
etentje waarbij ook het personeel vertegenwoordigd was. De Heer Oosterwijk
(pers) droeg daarbij dit gedicht voor
Na een lange tijd van voorbereiden,
Door omstandigheden meegebrachte
Staat in Uw boeken van de historie,
Een feit, waarop U hebt gewacht.
"Citosa" sprak als naar gewoonte,
Vandaag weer duidelijke taal,
Wij konden ons daarvan overtuigen,
Bij het heien van een eerste paal.
OP ‘t veld, waar eens de voetbal rolde,
Klinkt binnenkort een nieuw rumoer,
Dat zegt, verhogen van de service,
Aangaande het "Citosa"-personenvervoer.
Aan de boorden van de Rijn en Gouwe,
Zijn de vertrouwde lijnen welbekend,
Wie "Citosa" denkt, zegt onomwonden,
Wij worden in vlug en veilig verwend.
De reizigers zijn daarvoor erkentelijk,
Behoudens misschien een enkeling,
Die het nergens naar zijn zin zal vinden,
Kent "Citosa" een grote tevreden kring.
Wie en wat daarvoor moet ingespannen,
Weet men eerst als men is ingewijd,
En dit resulteert in kunnen zeggen,
Hulde voor Uw goedgevoerd beleid.
Dit vond vandaag een onderstreping,
Want op een voor U bestemd terrein,
Verdween een eerste paal na rake klappen,
Die mede tot steun van één geheel zal zijn.
Het gebouwencomplex, dat gaat verrijzen,
Op het terrein aan de Hoogeveenseweg,
Komt ten goede aan de grote gemeenschap,
't "Citosa-'advies", door overleg, geen pech.
Dit standpunt noopt tot veel waardering,
Want wat door "Citosa" wordt opgebouwd,
Rust op een fundament, heel sterk geheten,
Wie met "Citosa" gaat, hij rijdt vertrouwd.
Hem zullen regen en wind niet deren.
Valt niet ten offer aan ‘t verkeer,
Want aangaande de keuze van bestuurders,
Propageert de directie: Ik selecteer,
Een heugelijk feit behoort tot het verleden,
Vandaag is de good-will weer ontplooid,
Een eerste paal leverde de bewijzen,
Straks zien wij een gebouwencomplex voltooid.
Directie van personenvervoer "Citosa",
Ik durf de tolk van zeer veel reizigers te zijn
Als ik besluit met verdiende huldewoorden,
En voor U de beste wensen op elke lijn. |
DE NIEUWBOUW
Hoewel er van de weg af niet veel van te zien is door een rij bomen, wordt er
op het bouwterrein aan de Hoogeveenseweg actief gewerkt. Half januari verdween
de heistelling nadat de 280ste paal geslagen was en namen de grondwerkzaamheden
een aanvang. Momenteel is er een enorme kuil te zien op de plaats van de kelder
voor de centrale verwarming.
Doordat koning Winter met milde hand regeerde, kon ook reeds de
fundering worden gelegd voor de dienstwoningen en voor de van Zoetermeer over te
plaatsen garage.
Het zal nog geruime tijd duren eer we het nieuwe pand zullen kunnen betrekken.
Hoofdzaak is echter, dat dit grootscheepse bouwwerk thans eindelijk op gang is
gekomen.
Uit: Citosa
nieuws, maart / april 1960
DE EERSTE STEENLEGGING
Was de 16e december van het vorige jaar voor onze onderneming een belangrijke
dag vanwege het slaan van de eerste paal voor de nieuwe bedrijfspanden, vrijdag
8 april was in dit verband niet minder belangrijk, omdat op die datum de eerste
steen kon worden gelegd. Deze plechtigheid werd verricht door onze
President-commissaris, de Heer Drs. D.J. Wansink.
Nadat de voltallige Raad van Commissarissen, aangevuld met een aantal
genodigden, w.o, de Colleges van Burgemeester en Wethouders van
Boskoop en Waddinxveen zich op het bouwterrein hadden
verzameld, werd het gezelschap welkom geheten door onze
Directeur, de Heer Jelle Kok. Deze zei o.m., dat vrijdag 8 april 1959 in de
annalen van Citosa zal worden opgetekend als een hoogtijdag. "Citosa
worstelt reeds jaren met een ruimteprobleem, dat steeds nijpender werd naarmate
Citosa groeide," aldus de Heer Kok. "Voordat het plan tot uitvoering
kon komen moesten veel tegenslagen worden overwonnen. Toen eindelijk 4 jaar
geleden onze plannen bestedingsklaar waren stak de
bestedingsbeperking weer een spaak in het wiel. Als straks echter dit
gebouw aan ons zal worden opgeleverd, zal Citosa over een mooi, aan de eisen des
tijds voldoend bouwwerk met een zeer moderne outillage beschikken. "De Heer Kok
eindigde met de wens uit te spreken, dat het onze onderneming gegeven zou mogen
zijn in de nieuwe gebouwen vele jaren het algemeen belang te dienen.
Hierna nodigde hij de President-commissaris uit de eerste steen te leggen.
Nadat de Heer Wansink zich met een zilveren troffel van deze handeling had
gekweten sprak hij de volgende rede uit:
"Mijne Heren,
Zojuist heb ik dan de eerste steen gelegd voor het nieuwe complex
bedrijfsgebouwen van Citosa, daarmede een daad verrichtend van wijde symbolische
s trekking, waaraan ik gaarne enkele beschouwingen wil vastknopen.
Symbolisch was die verrichting in de eerste plaats, omdat daarmede werd
uitgebeeld dat de bouw van dit complex niet het werk is van de architect en de
aannemers met hun mensen alleen, doch ook van het bedrijf zelf. Het zijn niet
louter bouwtechniek en esthetica, welke deze garage, de werkplaats en het
kantoor tot stand brengen, doch ook - en dit is eigenlijk conditio sine qua non
- de kracht die de onderneming ontwikkelt om haar taak naar behoren te
vervullen, om haar positie voortdurend verder te verstevigen en, waar gewenst
uit te breiden. Het verheugt mij, Mijne Heren, als President-commissaris van
Citosa te kunnen getuigen van deze kracht, en van de blijvende wil van het
bedrijf, van zijn leiding en zijn personeel zich te wijden aan het
vervoersbelang van haar streek.
Het leggen van de eerste steen zie ik hier nog om een andere reden als een
symbolische handeling. Ik denk daarbij aan de zo gelukkige omstandigheid dat het
toezicht op de onderneming in handen is gelegd van een Raad van Commissarissen,
die in overwegende mate is samengesteld uit representanten van het
streekvervoergebied. Ik zie het nu zo dat ik, als president-commissaris tevens
die groep commissarissen vertegenwoordigende, door mijn figuurlijke medearbeid
aan de bouw tevens tot uitdrukking heb gebracht de gevoelens van verbondenheid
welke tussen de streek en het bedrijf bestaan; dat daardoor is bevestigd het
aanwezig zijn van wederzijds begrip voor elkaars belangen en noden.
Het is toch immers zo, Mijne Heren, dat de vervoersbelangen van de streek de
bestaansgrond voor de onderneming vormen, haar het bestaansrecht geven. Evenzeer
is het echter zo dat een recht doen wedervaren aan de belangen, van de
onderneming voorwaarde kan zijn voor haar voort bestaan.
In het zeer recente verleden hebben wij helaas moeten er varen hoe juist deze
laatste stelling is en het is verblijdend te kunnen constateren dat de streek
bereid gevonden is aan dit inzicht gevolgen te verbinden voor zover dit in zijn
vermogen ligt. De symbolische medewerking van de streek aan de
beschikbaarstelling van nieuw onderdak voor het bedrijf, gaat nu gepaard aan
daadwerkelijke steun bij het verkrijgen van de zo onontbeerlijke, als een
levensvoorwaarde voor dat bedrijf te beschouwen woonruimte voor het personeel.
Ook andere autoriteiten hebben inmiddels een bijdrage kunnen leveren voor het
verbeteren van de voorwaarden die van belang zijn' voor een goede vervulling van
de ondernemingstaak en wij kunnen thans met vertrouwen de tijd tegemoet zien,
waarin de nieuwe gebouwen in gebruik zullen kunnen worden genomen en de vruchten
kunnen worden geplukt van de inventie en het overleg van de dadendrang en de
technische vaardigheid, die zullen leiden tot een complex dat Citosa in staat
zal stellen zich beter nog dan voorheen te richten op haar taak, welke is: het
verlenen van diensten aan het publiek.
Wanneer de bouw voltooid is en Citosa haar nieuwe pand gaat betrekken zal dit
tevens betekenen, dat het bedrijf gaat verhuizen van de gemeente Boskoop naar
Waddinxveen. Het is te vroeg om reeds afscheid te nemen van
de ene vestigingsplaats en de nieuwe te begroeten. Ik geloof ook, Mijne Heren,
dat afscheid niet het juiste woord zou zijn. Dit niet, omdat het nieuwe complex
door zijn ligging eerder een deel van Boskoop dan van Waddinxveen schijnt uit te
maken, maar omdat feitelijk een busbedrijf overal daar woont, waar zijn bussen
rijden. Het gehele streekvervoergebied is zijn vestigingsplaats, alleen
het steunpunt van zo'n bedrijf : de garage, de werkplaats, is aan een gemeente
gebonden. Dit brengt overigens op zichzelf een zeer grote mate van
bemoeienis voor de steunpuntgemeente met zich en ik zou de autoriteiten
van Boskoop, zowel als die van Waddinxveen tekort doen, als ik hier geen
gewag maakte van onze dank voor hetgeen zij, van de ene gemeente gedurende
een veelheid van jaren, van de andere sedert kort, in het bijzonder voor Citosa
hebben gedaan. Zonder verder onderscheid te willen maken, zou ik hierbij voorts
nog Zoetermeer willen memoreren.
Het is echter nog niet zo ver dat over verhuizen gedacht kan worden. De bouw is
nog volop aan de gang en ik wil over deze werkzaamheid nog gaarne dit zeggen, nl.
dat ik hoop dat de toewijding, door de architect in zijn ontwerp gelegd,
en door de aannemers, hun personeel en de andere medewerkende bij hun werk ten
toon gespreid er toe zal leiden, dat hetgeen tot stand komt zal zijn een
"gelukkig" gebouw. Een gebouw, waarin met vreugde zal worden gearbeid, waarheen
men zich met goede zin zal begeven om de dienst aan te vangen en
vanwaar men naar huis zal terugkeren met het voldane gevoel de dagtaak goed te
hebben volbracht. Ik dank u heren v.d.Meijden, Rehorst en u allen, die hier aan
de bouw Uw deel hebt, voor hetgeen U tot dusverre hebt verricht en ik spoor U
aan om u geheel te blijven geven en te blijven streven naar een goed stuk werk,
opdat u van een lange reeks de eersten zult zijn die met voldoening
kunnen terugblikken, wanneer U dit terrein verlaat.
Ik dank U, Mijne Heren, voor Uw aandacht.





Met dank aan Martin Ebben
Volgende pagina
|